Nieuw pensioen PFZW

Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) zal vermoedelijk per 1 januari 2026 overgaan naar het nieuwe pensioenstelsel. De nieuwe regels zullen voor de bestaande en toekomstige pensioenopbouw gelden. Dit betekent dat niet alleen de actieve deelnemers met het nieuwe pensioenstelsel te maken krijgen maar ook de gepensioneerden en gewezen deelnemers (zogenoemde slapers) die hun pensioenen eerder premievrij bij PFZW hebben achtergelaten.

In dit artikel bespreek ik in het kort de voorgestelde wijzigingen op basis van het gepubliceerde transitieplan. Er kunnen nog wijzigingen plaatsvinden. Tevens kan het zijn dat ik zaken anders interpreteer dan de bedoeling van de partijen die bij het tot stand komen van het transitieplan waren betrokken. Als u meer in algemene zin over het nieuwe pensioenstelsel wil lezen is er het artikel ‘Nieuw pensioenstelsel’.  

Wijzigingen samengevat

Alle PFZW-pensioenen worden omgezet naar een premieovereenkomst. Ook PFZW gaat dus van een pensioen naar een premiebelofte. Het betreft een solidaire premieovereenkomst wat inhoudt dat deelnemers en gepensioneerden de risico’s (waaronder beleggingsrisico’s) met elkaar delen. Welke risico’s is te lezen in het artikel ‘Het nieuwe pensioencontract‘. In dat artikel staan ook de verschillen met de andere premieovereenkomsten zoals de flexibele premieregeling en de premie-uitkeringsovereenkomst. Zoals te verwachten kiezen sociale partners ook hier voor de solidaire regeling zoals eerder uiteengezet in het artikel ‘Pensioenfondsen en de flexibele premieregeling‘.

Hoogte spaarpremie

De spaarpremie bedraagt 21,9%. Fiscaal is het maximum 30%. De sociale partners denken dat de premie voldoende is om de pensioenambitie te kunnen verwezenlijken. Het doel is om 80% van de gemiddelde pensioengrondslag bij 42 deelnamejaren te behalen. De kans dat de ambitie wordt gehaald wordt ingeschat op 53%. Is dat voldoende?

Als ik de spaarpremie van PFZW vergelijk met een aantal andere pensioenuitvoerders:

Er zijn meer factoren die de pensioenhoogte bepalen

Los van de spaarpremie bepalen meer factoren de uiteindelijke pensioenhoogte! De toekomst zal uitwijzen hoe hoog de pensioenen zullen bedragen. Of beter gezegd:

Beleggingen bepalen naast de spaarpremie voor een groot gedeelte de pensioenhoogte

Het pensioen kan voortaan dus omlaag en omhoog gaan. Hoeveel? Dat is moeilijk te zeggen. Er worden veel berekeningen gemaakt echter dat blijven slechts modellen en de toekomst laat zich niet voorspellen. Wat wel te voorspellen is, is dat er geen sprake is van een casinopensioen. Het is onzin om die term te gebruiken.

Solidariteitsreserve zorgt voor meer stabiliteit

De solidariteitsreserve is een reserve die zoveel mogelijk tegenvallers opvangt om zo extreme uitschieters naar boven en onder te voorkomen. De dekkingsgraad bepaalt op het moment van invaren de hoogte van de reserve en zal tussen de 1,5% en 5% uitkomen. Het doel van de solidariteitsreserve is bij PFZW:

• Het stabiliseren van de hoogte van de ingegane pensioenen en het verminderen van de kans op verlaging;
• Het afdekken van het microlanglevenrisico (in enig jaar meer of minder sterfte dan verwacht);
• Het afdekken van het macrolanglevenrisico (aanpassing van de gemiddelde levensverwachting); en
• Het afdekken van het risico dat in de opbouwfase het persoonlijk pensioenvermogen van de deelnemer negatief wordt.

Ruime dekking nabestaandenpensioen

Er zijn meerdere wijzigingen van toepassing. De partnerdefinitie wijzigt bijvoorbeeld voor alle pensioenuitvoerders en pensioenregelingen. Wilt u daar meer over lezen dan verwijs ik u naar het artikel Wijziging nabestaandenpensioen. De grootste wijziging is het nabestaandenpensioen bij overlijden vóór pensioendatum. Een nabestaandenpensioen bestaat uit een partnerpensioen en wezenpensioen en zorgt ervoor dat de achterblijver(s) na overlijden van de deelnemer een financiële ondersteuning krijgen. De rekenmethodiek om de hoogte van deze pensioenen te berekenen wijzigt ook.

Hoogte nabestaandenpensioen eenvoudiger te berekenen

De hoogte van het verzekerde nabestaandenpensioen is vanaf de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel makkelijker te berekenen. De hoogte is namelijk vanaf 2027 diensttijdonafhankelijk en is 40% van het pensioengevend loon. Per kind wordt er bovenop deze 40% nog eens 20% aan wezenpensioen uitgekeerd. In perspectief met andere pensioenfondsen ziet het er als volgt uit:

Meer vergelijkingen met andere pensioenfondsen en inclusief wezenpensioen: Nabestaandenpensioen diverser dan ooit.

Het bovenstaande partner- en wezenpensioen geldt bij overlijden voor pensioendatum. Bij overlijden vanaf pensioendatum is de belangrijkste wijziging dat het partnerpensioen voortaan variabel is. Daar kunt u meer over lezen in het artikel ‘Variabel pensioen‘.

Andere gerelateerde artikelen:

• Pensioenverschillen pensioenfondsen;
• Nieuw pensioen ABP; en
• PMT vernieuwd.

Wilt u meer weten over de wijzigingen of zijn er andere pensioenvraagstukken die u wenst te bespreken? Neem contact met mij op. Ik help u als onafhankelijk pensioenadviseur graag verder.  

Bijgewerkt op 20 november 2024.