Pensioenopbouw ZZP – begin met een plan
Een onafhankelijk pensioenadvies begint met het maken van een plan, een objectief flexibel pensioenplan. Uit het plan volgt hoeveel er nodig is om het gewenste resultaat te bereiken en hoe daar te komen. Een flexibel pensioenplan is belangrijker dan een eventueel product. Temeer daar een nieuw product vaak niet een volledige oplossing biedt, het regelmatig verstandiger is een bestaand product aan te passen of een andere pensioenoplossing het beste aansluit op de wensen en mogelijkheden. In dit artikel is een overzicht opgenomen van de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden. Voor de goede orde: deze tekst is ook bedoeld om andere ondernemers of werknemers te informeren over hun inkomen voor later.
Wat er nodig is voor een goed ZZP-pensioen
In dit artikel beschrijf ik dat de hoogte van de inleg (hoeveel) het belangrijkste element vormt van een goede oudedagsvoorziening. De hoogte van het bedrag is onder andere afhankelijk van wat u nu al heeft en hoeveel inkomen u later wenst. Nadat u hebt vastgesteld hoeveel te moeten investeren is het de vraag hoe u het geld het beste voor later reserveert. Laten we deze volgorde aanhouden, hoeveel en daarna hoe.
Hoeveel
Hoeveel netto inkomen heeft u vanaf 67 jaar (of eerder) nodig?
Stel, Gosse denkt € 3.000 netto per maand nodig te hebben. Hij heeft een partner maar deze laten we er voor dit voorbeeld buiten. Is hij goed op weg of moet hij nog extra sparen en zo ja hoeveel? Er is een eenvoudige manier om een indicatie te krijgen. Daarvoor moeten de volgende drie vragen worden beantwoord. Hoeveel:
- staat er op dit moment aan netto inkomen in het pensioenregister?
- komt hij tekort ten opzichte van zijn wensen? en
- hoeveel jaar kan hij nog sparen voordat hij met pensioen gaat?
We vullen de antwoorden op de bovenstaande drie vragen in. In het pensioenregister staat een netto AOW-uitkering van € 1.000. Daarnaast heeft hij eerder in loondienst gewerkt en deze pensioenen leveren volgens het pensioenregister ook nog eens € 1.000 netto per maand op. Totaal € 2.000 per maand. Hij wil € 3.000. Hij komt dus € 1.000 per maand tekort. Namelijk € 3.000 -/- € 1.000 (werknemerspensioen, 2e pijler) -/- € 1.000 (AOW, 1e pijler).
Gosse is nu 37 jaar oud en wil met 67 jaar met pensioen. Hij kan dus nog 30 jaar sparen. Met de drie bovenstaande factoren kunnen we het jaarlijks te investeren bedrag berekenen. De formule is als volgt:
(Pensioenjaren / opbouwjaren) x behoefte = het te investeren maandbedrag
- Pensioenjaren: 20 (schatting);
- delen door
- opbouwjaren: 30 jaar
- maal
- nog extra nodig (behoefte): € 1.000
- zorgt voor een te sparen bedrag van € 666 per maand.
Zoveel? Zeker want pensioen is waardevol en met die € 666 maal 30 jaar x 12 maanden kan hij € 239.760 opbouwen en dat gedeeld door 20 jaar is € 1.000 per maand (afgerond).
Natuurlijk kan ik de boel finetunen met allerlei software programma’s enzovoort. Dat is echter niet het doel van dit artikel. Het gaat erom dat u relatief eenvoudig het te sparen bedrag kunt schatten.
Het te sparen, beleggen of op een andere manier te investeren bedrag (zie daarvoor de paragraaf ‘Hoe extra geld voor pensioen inleggen‘) zorgt voor (extra) kapitaalvorming waarmee op pensioenleeftijd (extra) inkomsten tot uitkering kunnen komen.
Schematisch ziet de (extra) pensioenopbouw en uitkeringsfase er als volgt uit:
Dit schema is zodra de nieuwe pensioenwetgeving ingaat op alle pensioenen van toepassing. Tevens is deze vorm van kapitaalopbouw terug te vinden bij een lijfrentevoorziening, spaarrekening, beleggingsrekening enzovoort. Als volgt:
De hoogte van de inleg en de beleggingsresultaten resulteren in een pensioenkapitaal. Vanaf pensioenleeftijd moet er met het pensioenkapitaal een pensioen worden gekocht. De hoogte is afhankelijk van de hoogte van het pensioenkapitaal, de rente op pensioendatum, de gemiddelde overlevingskansen, kosten aanbieder enzovoort.
Stick to the plan
Veel productaanbieders en adviseurs willen u doen geloven dat de kosten en beleggingsresultaten voor grote verschillen zorgen. Daar kan ik kort over zijn: de verschillen tussen gelijkwaardige aanbieders zijn vaak kleiner dan gedacht en in het verleden behaalde rendementen bieden nog steeds geen garantie voor de toekomst. Het maken van de juiste inhoudelijke keuzes (na het opstellen van een pensioenplan) heeft vaak een grotere impact op lange termijn.
Rendement, inflatie en vermogensrendementsheffing
Het maandelijks te investeren bedrag kan omlaag als de rendementen op het spaar-/beleggingsgeld hoger zijn dan de inflatie en vermogensbelasting.
Stel, de inflatie is 3% en de beleggingsresultaten zijn gemiddeld 5%. Dan hoeft er minder per maand te worden ingelegd, namelijk € 483 per maand. Dat is 27% minder. Of Gosse blijft stoïcijns € 666 inleggen en gebruikt de extra rendementen om bijvoorbeeld eerder te stoppen. Ook een mogelijkheid.
Hoe extra geld voor pensioen inleggen
Als bekend is hoeveel u wilt/moet inleggen komt de volgende vraag:
Hoe gaan we extra geld voor het pensioen inleggen?
Er zijn meerdere mogelijkheden en de beste is afhankelijk van uw persoonlijke wensen en wat u reeds heeft opgebouwd. Het combineren van de mogelijkheden optimaliseert vaak de uitkomst. Laat u vooral niet alleen leiden door fiscale voordelen. Beschikbaarheid van geld is ook een groot goed. Alles staat in verbinding met elkaar vandaar het plan. En doordat er in de loop der jaren nog veel kan wijzigen moet het pensioenplan flexibel zijn. Mensen gaan nu eenmaal scheiden, onverwacht eerder dood, het bedrijf levert te weinig op waardoor de ondernemer weer in loondienst gaat werken enzovoort.
De volgende mogelijkheden worden behandeld:
- werknemerspensioen;
- lijfrenterekening of verzekering;
- bankspaarrekening;
- beleggingsrekening;
- hypotheekschuld afbouwen;
- beleggingspand kopen enz.
- verkoop eigen bedrijf;
- voor- en nadelen verschillende mogelijkheden overzichtelijk in kaart gebracht; en
- arbeidsongeschiktheid of overlijden.
Werknemerspensioen
Het werknemerspensioen kan alleen door een werkgever worden aangeboden. U kunt de opbouw in stand houden door vrijwillig voort te zetten. Van deze voortzettingsmogelijkheid wordt weinig gebruik gemaakt. Waarom? Door onwetendheid maar ook omdat ondernemers zich bij de start van de onderneming niet meteen willen vastleggen tot een maximale premie-inleg. Helaas bieden veel pensioenfondsen geen diversiteit in premie-inleg. Het is alles of niets. Een ondernemer betaalt of de volledige premie of hij kan niet meedoen. Dan is de keuze vaak snel gemaakt, de ondernemer kiest voor vrijheid en lage verplichtingen. De beperkte keuzevrijheid stimuleert de pensioenopbouw van ZZP’ers niet.
Daarnaast is het geld in krappe tijden niet eerder beschikbaar. Tevens zijn pensioenfondsen vaak niet transparant over wat er met het geld gebeurt. Een collectief pensioenfonds past door al deze kenmerken minder bij een zelfstandig ondernemer die voor maatwerk gaat. Het ‘Experiment pensioenregeling zelfstandigen’ dat wordt geïntroduceerd in het nieuwe pensioenstelsel (Wet toekomst pensioenen) zal misschien een aantal beperkingen wegnemen. Ik blijf deze ontwikkelingen op de voet volgen.
Meer over een vrijwillige voortzetting is te lezen in de whitepaper ‘Pensioenoplossingen bij ontslag’.
Lijfrente tot maximaal de jaarruimte
De jaarruimte is gelijk aan het pensioentekort over het afgelopen kalenderjaar. Het tekort is te verkleinen door jaarlijks of maandelijks te investeren in een lijfrenterekening (of lijfrenteverzekering). Vaak is een lijfrente interessanter naarmate de huidige inkomsten in de hoogste belastingschijf worden belast en de te betalen belasting vanaf AOW-leeftijd een stuk lager is.
Voordelen lijfrente
Een lijfrente kan de volgende voordelen hebben. Zoals:
- flexibel qua inleg (vrij om zelf de inleg te bepalen tot het fiscale maximum);
- flexibele uitkeringstermijnen (levenslang of bijvoorbeeld over een periode van 5 jaar verspreid);
- het lijfrentekapitaal kan eerder worden aangewend bij langdurige arbeidsongeschiktheid;
- bij overlijden gaat bij een lijfrenterekening de opgebouwde waarde naar de erfgenamen;
- uitstel heffing inkomstenbelasting en vaak vanaf moment van uitkeren een lagere heffing;
- er hoeft geen vermogensrendementsheffing over het lijfrentekapitaal te worden betaald; en
- bij faillissement blijft het lijfrentevermogen buiten schot.
Ontwikkelingen lijfrente
In het nieuwe pensioenstelsel wordt de lijfrenteaftrek uitgebreid. Het doel is een arbeidsvormneutraal pensioenkader. De hoogte van het te investeren lijfrente wordt gelijk aan het werknemerspensioen. De huidige ruimte van 13,3% gaat naar 30% van de premiegrondslag. Tevens wordt de termijn voor het met terugwerkende kracht alsnog benutten van de jaarruimte met drie jaar verlengd van 7 naar 10 jaar (reserveringsruimte). Meer over de nieuwe ontwikkelingen is te lezen in het artikel ‘Lijfruimte‘.
Bankspaarrekening
Een bankspaarrekening geeft de spaarder veel vrijheid. Het gevaar kan wel zijn dat het voor later gespaarde bedrag voor andere (consumptieve) doeleinden wordt gebruikt. Een pensioenplan helpt om dit te voorkomen. Het plan geeft een richting, structuur. Daarnaast betaalt u een prijs voor vrijheid. De rente is nog steeds laag en er moest in het verleden (en misschien ook wel weer in het heden) vermogensrendementsheffing over spaargeld worden betaald. Daarnaast is er geen sprake van belastinguitstel, u heeft over het te sparen bedrag vaak al inkomstenbelasting betaald.
Beleggingsrekening
Veel zaken die op een spaarrekening van toepassing zijn gelden ook voor een beleggingsrekening. Door met uw geld te beleggen heeft u meer kans op rendement. Daartegenover staat het risico van koersdalingen en naar verwachting een hogere vermogensbelasting.
Hypotheekschuld afbouwen
Hoe lager de lasten, hoe minder inkomen u nodig heeft voor later. Tevens gaat u later misschien wel kleiner wonen waardoor een gedeelte van de overwaarde kan worden gebruikt om het maandelijkse inkomen te verhogen. Overwaarde is het verschil tussen de verkoopwaarde van de woning minus het restant van de hypotheekschuld.
Beleggingspand kopen
Er zijn veel ontwikkelingen op het moment die deze optie minder aantrekkelijk maken. Daarnaast was het altijd al een illiquide beleggingsvorm. Het kan interessant zijn, afhankelijk van locatie, type verhuur en de energie die u in deze beleggingsvorm kan en wilt steken. Voor dit artikel voert het te ver alle kenmerken verder uit te diepen. In persoonlijke gesprekken en pensioenplannen doe ik dat wel.
Verkoop eigen bedrijf
Mijn bedrijf is mijn pensioen
Komt deze uitspraak u bekend voor? Ik ben benieuwd hoe u dat ziet, is de waarde voldoende, is deze niet te sterk afhankelijk van u als ondernemer? Goed om tijdig een realistische waarde voor de lange termijn in te schatten.
Voor- en nadelen verschillende mogelijkheden
Voordelen | Nadelen | |
---|---|---|
Werknemerspensioen voortzetten | Zoveel mogelijk bij één aanbieder (gemak) | Max 10 jaar in het nieuwe pensioenstelsel |
Mogelijk belastingvoordeel (Box 1) | Minder flexibel | |
Geen vermogensrendements heffing (Box 3) | Geen inspraak, werkgever en mogelijk vakbonden gaan over de regeling | |
Diversificatie beleggingen, veel groter dan bij zelf beleggen | Bij overlijden en er is geen partner, alles naar de pensioenuitvoerder | |
Beleggingskansen | Beleggingsrisico’s | |
Langlevenrisico afgedekt | Minder vrijheid, niet vrij opneembaar | |
Vermogen blijft buiten schot bij een faillissement | ||
Lijfrenterekening | Mogelijk belastingvoordeel (Box 1) | Minder flexibel |
Geen vermogensrendements heffing (Box 3) | Beleggingsrisico’s, tenzij er voor spaarrekening wordt gekozen | |
Blijft buiten schot bij een faillissement | Langlevenrisico deels afgedekt | |
Eerdere opname mogelijk bij volledige arbeidsongeschiktheid | ||
Bij overlijden kapitaal naar erfgenamen | ||
Vaak belegd dus beleggingskansen | ||
Uitkeringstermijn 5 jaar of langer | ||
Bankspaarrekening | Geen risico’s binnen depositogarantiestelsel | Vermogensrendements heffing mogelijk |
Veel vrijheid | Lage rente | |
Langlevenrisico niet afgedekt | ||
Beleggingsrekening | Beleggingskansen | Beleggingsrisico’s |
Veel vrijheid | Vermogensrendements heffing en deze stijgt vermoedelijk | |
Langlevenrisico niet afgedekt | ||
Onroerend goed | Waardevast afhankelijk van locatie en segment | Niet makkelijk verhandelbaar |
Langlevenrisico afgedekt | Overheid en gemeenten voeren wisselend beleid | |
Wettelijk opgelegde investeringen en inkomstenafname door extra regulering | ||
Waardeontwikkeling volatiel | ||
Beheer kan relatief veel tijd kosten | ||
Weinig diversificatie, alles of veel in één belegging | ||
Eigen huis | Kan je gebruiken, erin wonen | Geld in de stenen |
Aflossing vermindert de verplichting | Langlevenrisico niet afgedekt | |
Eigen bedrijf | Zelf in de hand? | Waardeontwikkeling onzeker |
Langlevenrisico niet afgedekt | ||
Erg afhankelijk van één persoon |
Arbeidsongeschikt of overlijden
Arbeidsongeschikt
Bij arbeidsongeschiktheid is er geen WIA-uitkering waarop u kunt terugvallen. U bent immers geen werknemer. Er zijn wel andere mogelijkheden zoals een arbeidsongeschiktheidsverzekering, een broodfonds, eigen vermogen, een partner die ook inkomsten genereert. Ook hier gaat het om maatwerk en wat uw wensen zijn.
Overlijden
Hoeveel heeft de partner die achterblijft na uw overlijden financieel nodig om van te leven? Hoeveel verdient hij of zij zelf? Een benodigde aanvulling kan in goede gezondheid vooraf op verschillende manieren worden verzekerd, of met eigen vermogen (deels) worden opgevangen. Een verzekering kan een overlijdensrisicoverzekering zijn, het vrijwillig voortzetten van het partnerpensioen, uitruilen van een gedeelte van een eerder opgebouwd ouderdomspensioen enzovoort. Ook weer veel mogelijk en maatwerk vereist.
Plan van aanpak
Een combinatie van de verschillende mogelijkheden optimaliseert de uitkomst. Of u bent al op de goede weg maar een bevestiging is gewenst. Of kleine aanpassingen maken het verschil. Allemaal mogelijk en de kortste en meest effectieve weg daartoe begint met een plan. Flexibel net zoals het leven van een ondernemer.
Andere artikelen gerelateerd aan ZZP-pensioen
Bijgewerkt op 17 april 2023.