Menu

Werkgever wil niet indexeren

Werkgever wil niet indexeren

Wilt u advies op maat?

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Een werkgever moet een extra koopsom van € 752.000 betalen voor in totaal 43 deelnemers, slapers en gepensioneerden. De koopsom is hij verschuldigd omdat het bedrijfstakpensioenfonds bpfBouw in 2023 de pensioenen met 14,52% indexeerde De werkgever gaat in overleg met alle belanghebbenden waarna 39 afstand doen van hun recht op indexatie. Vier ex-werknemers eisen nakoming. Over en weer vliegen de argumenten over tafel. De kantonrechter (ECLI:NL: RBZWB:2024:9045) oordeelt dat de werkgever moet betalen. Op welke gronden, dat leg ik in dit artikel uit.

Voorwaardelijke indexatie

Tot 1 januari 2003 was de werkgever vrijgesteld (gedispenseerd) van verplichte deelname aan bpfBouw. Vanaf 2003 is de werkgever aangesloten bij bpfBouw en is afgesproken dat de eerder opgebouwde NN- pensioenen jaarlijks worden geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 19 en 20 van het pensioenreglement van het bpfBouw 1987. Als het pensioenfonds vindt dat de financiële middelen het toelaten worden de premievrije aanspraken geïndexeerd met maximaal de loontrend van het voorafgaande jaar.

CBSI-overeenkomst

De werkgever heeft de indexering van de achtergebleven pensioenen van de gepensioneerden en de slapers (gewezen deelnemers) door middel van een uitvoeringsovereenkomst met de naam ‘Overeenkomst Coming Back Service Indexering’ (hierna: de CBSI-overeenkomst) ondergebracht bij bpfBouw. Zoals eerder besproken in het artikel ‘Dispensatie en indexatie’.

Volgens deze CBSI-overeenkomst zou bpfBouw de (eventuele) jaarlijkse indexatie van de NN-pensioenaanspraken gaan verzorgen. De werkgever moet daarvoor een koopsom betalen. Opzegging van deze overeenkomst is alleen mogelijk bij zwaarwegende gevallen.

Voor de werkgever is een koopsom van € 752.000 dé reden om de overeenkomst op te zeggen

De werkgever heeft per 1-1-2023 de CBSI-overeenkomst opgezegd en vervolgens geprobeerd de indexatie van de NN-pensioenen met 3%, de loontrend, in te kopen bij bpfBouw of NN. Dat bleek bij beiden niet mogelijk. Dan maar in overleg met alle belanghebbenden. Met slecht vier komt hij er niet uit.

Argumenten die tegen de werkgever spreken

De kantonrechter geeft de vier eisers gelijk omdat de werkgever:

  • zelf in 2006 in een aparte brief heeft verklaard dat als het pensioenfonds indexeert hij ook zal indexeren;
  • in 2007 heeft verklaard dat er niets wijzigt;
  • tot 2023 steeds de koopsommen heeft betaald in verband met de toen minder extreme indexatiehoogte;
  • zonder protest in 2013 is overgegaan naar een indexatie op basis van prijsindex zoals toen door bpfBouw voorgesteld; en
  • de zwaarwegende bedrijfseconomische omstandigheden om de CBSI-overeenkomst op te zeggen onvoldoende heeft aangetoond.

De indexatie was jaren laag, toen kwam de werkgever goed weg. Nu de indexatie extreem hoog is, is de kantonrechter onverbiddelijk.

Een ander artikel over dit onderwerp is ‘Pensioenfonds bepaalt indexaties verzekerd pensioen‘. De rode draad van meerdere bpfBouw-zaken beschrijf ik in het artikel ‘Werkgever hoeft niet altijd indexatie pensioenfonds te volgen‘.

Voor onafhankelijk pensioenadvies weet u mij te vinden. Contact.

Bijgewerkt op 23 januari 2025.