Wezenpensioen

Het nabestaandenpensioen bestaat uit een partnerpensioen en uit een wezenpensioen. Om misverstanden te beperken is het partnerbegrip bij aanvang van het nieuwe pensioenstelsel per 1 juli 2023 gewijzigd. Zo is het duidelijker wie er voor een partnerpensioen in aanmerking komt. Niet te uitgebreid en goed uitlegbaar. Meer over te lezen in het artikel ‘Wijziging nabestaandenpensioen‘. Voor het wezenpensioen is een uniform kindbegrip van belang. Helaas blijkt een beknopte omschrijving van het kindbegrip lastiger.

In dit artikel komen de volgende onderwerpen aan bod:

• Kindbegrip.
• Wanneer is er dekking?
• Hoe hoog is het wezenpensioen?

Halve wees, volle wees

Als één ouder is overleden spreekt men over een halve wees, zijn beide ouders overleden dan is er sprake van een volle wees. Echter wie valt onder het begrip ouder? Alleen biologische ouders of ….

Kindbegrip is zeer ruim opgesteld

In het Wetsvoorstel toezeggingen pensioenonderwerpen worden de voorwaarden om aan een éénouder- of tweeoudergezin (juridische ouders), samengestelde gezin, stiefgezin en pleeggezin te voldoen uitgebreid beschreven. Heel uitgebreid, na overlijden zullen er achterblijvers zijn die er de tijd voor nemen om de voorwaarden te lezen. Echter vooraf betwijfel ik het. Achteraf vallen er waarschijnlijk wel minder mensen tussen wal en schip wat positief is. Ik begin in ieder geval niet aan een samenvatting van de voorwaarden. Onbegonnen werk. Ik verwijs u daarvoor dan ook naar het wetsvoorstel.

Wanneer is er dekking?

Pensioenregeling inclusief wezenpensioen

Stel het kind valt onder het voorgestelde kindbegrip dan is er recht op een wezenpensioen tot maximaal het bereiken van de 25-jarige leeftijd. Als de overleden ouder deelnam aan een pensioenregeling waarin een wezenpensioen was verzekerd. Dat is geen automatisme, er zijn namelijk pensioenregelingen zonder partnerpensioen en/of zonder wezenpensioen.

Geen pensioenregeling aanwezig

Het kan ook zijn dat de overleden ouder helemaal geen pensioenregeling had of als zelfstandige geen voorziening had getroffen.

WW-uitkering of Ziektewet gerechtigd

Als de overleden ouder wel verzekerd was tijdens het dienstverband komt de dekking bij ontslag te vervallen. Tenzij hij aansluitend aan het ontslag een WW- of ZW-uitkering ontvangt. Dan is hij tijdelijk verzekerd. Meer over de gevolgen en mogelijkheden bij ontslag is te lezen in de whitepaper ‘Pensioenoplossingen bij ontslag‘.

‘In between jobs’ – dekking

Tevens kan er sprake zijn van een ‘in between jobs dekking’ van minimaal drie maanden of langer als de sociale partners daarvoor hebben gekozen.

Vrijwillige voortzetting

Het vrijwillig voortzetten van het pensioen is ook mogelijk en in meerdere smaken verkrijgbaar. Voortzetting kan gelden voor meerdere pensioenvormen zoals voor het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen of alleen voor het:

• partnerpensioen;
• wezenpensioen; of
• wezen- en partnerpensioen.

Zowel het wezenpensioen als het partnerpensioen vóór pensioendatum kunnen ieder afzonderlijk worden voortgezet. Dus een gewezen deelnemer zonder partner, maar met kinderen kan ervoor kiezen om alleen het wezenpensioen vrijwillig voort te zetten. En ook de gewezen deelnemer met partner en kinderen heeft het recht te kiezen om bijvoorbeeld alleen het wezenpensioen voor te zetten.

Alleen het wezenpensioen voortzetten

Als alleen het wezenpensioen wordt voortgezet heeft dat invloed op de hoogte van het persoonlijk pensioenvermogen én op het partnerpensioen vanaf pensioendatum. De premie voor het wezenpensioen wordt namelijk bekostigd uit een klein gedeelte van het pensioenvermogen en heeft daardoor invloed op het partnerpensioen vanaf pensioendatum. Dat is dan ook de reden dat de partner die recht heeft op dit partnerpensioen mee moet tekenen als alleen het wezenpensioen ten koste van het persoonlijk pensioenvermogen wordt voortgezet.

Meer over een volledige vrijwillige voortzetting is te lezen in het artikel ‘Pensioen en ontslag: voortzetting pensioen na ontslag‘.

Hoe hoog is het wezenpensioen?

De hoogte van het wezenpensioen is afhankelijk van wat sociale partners daarover hebben afgesproken. Of de werkgever rechtstreeks met zijn werknemers. In het nieuwe pensioenstelsel kan er maximaal 20% van het pensioengevend loon per kind worden verzekerd.

Stel, het inkomen van de inmiddels overleden werknemer was € 60.000 per jaar. Dan krijgt de achterblijvende partner tot het bereiken van de 25-jarige leeftijd per kind maximaal 20% maal € 60.000 = € 12.000.

Dus als de overleden werknemer in de zorg werkte en een partner en drie kinderen achterlaat dan keert Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) het volgende uit: 40% aan partnerpensioen is € 24.000 (levenslang) en 3 maal (drie kinderen) maal € 12.000 tot 25-jarige leeftijd. Dat is in totaal hetzelfde salaris als dat de werknemer eerder verdiende. Pas op, er zijn genoeg pensioenregelingen die een lager partner- en wezenpensioen aanbieden. Meer over te lezen in ‘Nabestaandenpensioen diverser dan ooit‘.

Voor meer verdieping ben ik u graag als onafhankelijk pensioenadviseur van dienst. Contact.

Bijgewerkt op 11 maart 2025.