Menu

Oproepkrachten zonder pensioen

Oproepkrachten zonder pensioen

Wilt u advies op maat?

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Selectief pensioen aanbieden is slechts beperkt toegestaan. Het maken van onderscheid tussen functiegroepen mag bijvoorbeeld wel als het onderscheid niet gekunsteld is en bijvoorbeeld niet leidt tot onderscheid op geslacht. Werknemers met een tijdelijk contract of oproepkrachten met een nulurencontract uitsluiten van pensioendeelname mag niet. In dit artikel ga ik daar verder op door. Eerst zal ik de argumenten bespreken waarom het uitsluiten van oproepkrachten niet mag. Het niet aanbieden van pensioen aan oproepkrachten is tevens onwenselijk en draagt niet bij aan de bestrijding van de witte vlek. Meer over witte en grijze vlekken is te lezen in het artikel ‘Vanaf welke leeftijd bouwde u vroeger pensioen op?‘.

Wanneer mag uitsluiten wel?

Alle werknemers uitsluiten mag wel, dan wordt er namelijk geen onderscheid gemaakt. Tenzij er sprake van een verplichtstelling op basis van de Wet BPF 2000 of cao. Dan ontstaat de pensioenverplichting vanuit de wet of op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst.

De volgende acties en argumenten zie ik voorbij komen om het uitsluiten van oproepkrachten te rechtvaardigen. Zoals:

  1. Contractueel uitsluiten
  2. Te laag inkomen
  3. Andere functie
  4. Pensioenreglement verplicht werkgever tot aanmelding

Ik zal ze één voor één behandelen.

Argumenten voor uitsluiting

1.Contractueel uitsluiten

Het kan zijn dat een werkgever is vergeten een werknemer aan te melden. Helaas vindt een uitsluiting meestal bewust plaats. In de arbeidsovereenkomst staat dan dat er geen pensioenaanbod plaatsvindt. Dat mag als alle andere werknemers die dezelfde werkzaamheden verrichten (tot dezelfde functiegroep behoren) ook geen aanbod krijgen. Anders is het niet toegestaan.

In artikel 8 van de Pensioenwet staat ter bescherming van de deeltijder en jonge werknemer:

Lid 1:

Ingeval een werkgever aan een of meer werknemers een aanbod doet tot het sluiten van een pensioenovereenkomst, mag deze werkgever het doen van een aanbod aan een andere werknemer niet achterwege laten vanwege het enkele feit dat die andere werknemer minder dan de volledige arbeidstijd werkt’.

2.Te laag inkomen (komt niet boven de AOW-franchise uit)

Regelmatig hoor ik dat het inkomen van een oproepkracht te laag is om deze in aanmerking te laten komen voor de pensioenopbouw. Er is namelijk sprake van een drempel, alleen het inkomen boven dit bedrag komt voor pensioen in aanmerking. Die drempel heet de AOW-franchise. Deze is minimaal € 18.475 (2025) en daar komt het inkomen van de oproepkracht toch niet boven…..

Onjuist, als een oproepkracht bijvoorbeeld slechts 10% van de werkweek werkt dan dient deze drempel te worden verlaagd naar 10% van € 18.475. Dat is € 1.847 en daar komt het inkomen waarschijnlijk wel bovenuit.

In artikel 8 lid 2 en 3 van de Pensioenwet staat dan ook:

Indien als voorwaarde voor het verwerven van pensioenaanspraken op basis van een pensioenovereenkomst het overstijgen van een minimumloongrens wordt gesteld, wordt voor de toepassing van die loongrens het loon van een werknemer die minder dan de volledige arbeidstijd werkzaam is, herleid naar het loon dat ingeval van een volledige arbeidstijd zou zijn verkregen.

Bij de vaststelling van aanspraken op ouderdoms- en nabestaandenpensioen worden aan werknemers die minder dan de volledige arbeidstijd werkzaam zijn, pensioenaanspraken verleend naar evenredigheid van de pensioenaanspraken die ingeval van een volledige arbeidstijd zouden zijn verkregen’.

Eerder sprak het hof (ECLI:NL:GHSHE:2022:3760) zich uit over een kantonrechter die deze verlaging van de franchise over het hoofd had gezien.

3.Andere functie

Het spelen met functienamen in het contract is er ook zo één. Dat werkt alleen als de feitelijke werkzaamheden daadwerkelijk niet vergelijkbaar zijn. Vaak zijn functies wel vergelijkbaar tussen de werknemers een vast aantal uren en/of voor onbepaalde tijd in dienst zijn.

Pas op met gekunstelde constructies!

4.Pensioenreglement verplicht werkgever tot aanmelding

Tevens staat er in menig pensioenreglement: ‘Alle deelnemers vanaf 18 jaar’. Er zie nooit in het pensioenreglement staan: ‘uitgezonderd de oproepkrachten of u mag selecteren naar believen’. Feit is dat veel verzekeraars en andere pensioenuitvoerders niet weten dat werkgevers afwijkende arbeidsovereenkomsten maken. Ze zijn niet altijd synchroon met pensioenovereenkomst/ pensioenreglement en/of wijken af van wetgeving.

WIA-uitkering en niet aangemeld zijn bij de pensioenuitvoerder

Dat gebrek aan synchroniciteit is niet gewenst. Pensioenuitvoerders nemen dan ook in de uitvoeringsovereenkomst de verplichting met de werkgever op dat hij iedereen moet aanmelden. Al is het alleen maar dat mocht een werknemer met een tijdelijk contract ziek worden en in de WIA terecht komen er een groot probleem ontstaat. Meestal is het pensioen voorzien van een extra verzekering. Een zogenoemde premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Dat houdt in dat bij arbeidsongeschiktheid de premie door de verzekeraar nog wordt betaald. Dan praten we ineens over hele grote bedragen. De pensioenuitvoerder zal deze bij het niet of niet tijdig door de werkgever aanmelden van de arbeidsongeschikte op hem kunnen verhalen.

Belangrijk dus om deze contracten binnen uw organisatie te bestuderen!

Wilt u advies van Pensioenlogica over dit of een ander pensioenvraagstuk, neem contact met mij op voor een onafhankelijk pensioenadvies. Contact.

Bijgewerkt op 12 december 2024.