Menu

Hoofdzaak-criterium pensioenfonds

Hoofdzaak-criterium pensioenfonds

Wilt u advies op maat?

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

In het artikel ‘Verplichtstelling pensioenfonds’ beschrijf ik uitgebreid de werking van het hoofdzaak-criterium inclusief een aantal voorbeelden. Daarnaast heb ik aparte artikelen geschreven over de vele discussies die ontstaan tussen bijvoorbeeld het Bedrijfstakpensioenfonds Mode-, Interieur, Tapijt- en Textielindustrie (MITT) en werkgevers. Eerder verwachtte ik dat het bij MITT steeds duidelijker zou worden. Aan de andere kant hebben we natuurlijk ook altijd te maken met alle omstandigheden van het geval. Op 10 april 2024 sprak de kantonrechter zich in Limburg uit (ECLI:NL:RBLIM:2024:1789).

Geen hoofdzakelijkheidscriterium aanwezig

Wederom een uitspraak om een discussie tussen MITT en een werkgever te beslechten. En ook hier speelt het hoofdzakelijkheidscriterium weer een rol. Eind 2023 werd bekend dat het verplichtstellingsbesluit zou worden aangepast inclusief een hoofdzakelijkheidscriterium. Inmiddels zijn we een half jaar verder en heeft MITT laten weten nog geen overeenstemming met de betrokken partijen over een wijziging van het verplichtstellingsbesluit te hebben bereikt.

Feiten

In het kort wat er zoal voorlag en de beoordeling van de kantonrechter:

  • Drukwerkdeal laat kleding bedrukken met tekst en/of een afbeelding door een derde partij. Deze werkzaamheden vallen onder de woorden ‘doen ver- en/of bewerken van kleding’ van de definitie van het begrip mode-industrie in artikel 4 van het Verplichtstellingsbesluit;
  • Dat het woord ‘bedrukken’ niet voorkomt in artikel 4 en IV van het verplichtstellingsbesluit is hier niet relevant;
  • De werkingssfeer is ruim maar er is geen overlap met het Pensioenfonds Grafische Bedrijven;
  • Het laten ver- en/of bewerken van kleding vertegenwoordigt maar een zeer gering percentage van de omzet. De kantonrechter vindt hier de gemiddelde omzet gering maar procentueel en zeker in absolute bedragen niet verwaarloosbaar. Anders dan in het door werkgever aangevoerde vonnis (ECLI:NL:RBDHA:2023:3046) dat ik eerder heb beschreven in het artikel: Waar ligt ondergrens voor verplichte deelname pensioenfonds MITT?
  • Het is niet onaannemelijk dat sociale partners de verplichtstelling zo ruim hebben geformuleerd dat bedrijven die zich bezighouden met online activiteiten in de grafische industrie onder de verplichtstelling vallen;
  • De volgens werkgever zeer hoge premielast is niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar;
  • Als uiteindelijk blijkt dat het georganiseerde bedrijfsleven geen belangrijke meerderheid vertegenwoordigt kan de verplichtstelling worden ingetrokken. Een eventuele intrekking heeft geen terugwerkende kracht en er is nog geen sprake van een intrekking.

De gemiddelde omzet in het bedrukken van kleding is gering maar procentueel en zeker in absolute bedragen niet verwaarloosbaar.

Ontbreken hoofdzaak-criterium heeft grote gevolgen

De conclusie is dat de werkgever onder de werkingssfeer valt, zich terugwerkend moet aansluiten bij het pensioenfonds en de gevraagde gegevens digitaal moet aanleveren.

We gaan dus op de oude voet verder zolang het verplichtstellingsbesluit niet is aangepast.

Twijfelt u of uw bedrijf onder de werkingssfeer van een pensioenfonds valt of bent u inmiddels door een pensioenfonds aangeschreven? Neem dan voor een objectieve beoordeling en bijstand contact met mij op. Een overzicht van de diensten die ik verleen is terug te vinden op de homepagina.

Bijgewerkt 14 april 2024.