Stel uw pensioenvraag
"*" geeft vereiste velden aan
Werkgever Fluor Consultants BV heeft de pensioenregeling gewijzigd. Zevenentachtig werknemers zijn het daar niet mee eens. Ook vinden zij dat er niet goed is gecommuniceerd en dat de werkgever geen adequate compensatie biedt. De kantonrechter en het hof zijn het met de werkgever eens. Een samenvatting van deze uitspraak (ECLI:NL:RBNHO:2025:10428) is terug te lezen in dit artikel.
Feiten
De werknemers die vóór 2014 in dienst zijn gekomen hebben nog een eindloonregeling. Per 1-1-2021 heeft de pensioenuitvoerder de uitvoeringsovereenkomst met de werkgever opgezegd. De werkgever heeft geen andere pensioenuitvoerder gevonden die deze eindloonregeling voortaan wil uitvoeren. Logisch zeker met het oog op het nieuwe pensioenstelsel. Vanaf ingang van het nieuwe pensioenstelsel zijn eindloonregelingen namelijk niet meer toegestaan. Toekomstige pensioenopbouw kan voortaan alleen plaatsvinden in de vorm van een premieovereenkomst.
Dat is dan ook precies wat de werkgever aanbiedt, een premieovereenkomst op basis van een leeftijdsafhankelijk premiestaffel die ook in het nieuwe pensioenstelsel voor deze groep werknemers mag worden gebruikt.
In eerste instantie geen overeenstemming ondernemingsraad
Omdat de werkgever geen overeenstemming met de OR bereikt over bepaalde uitgangspunten voor de compensatieberekening, hebben zij afgesproken dat een externe adviescommissie hierover een bindend advies zal geven. Alleen bindend tussen OR en werkgever. De Adviescommissie bestaat uit een door de OR aangewezen lid (een pensioenadvocaat), een door Fluor aangewezen lid (een actuaris) en een door deze leden gezamenlijk gekozen voorzitter (een actuaris).
Uiteindelijk komt de adviescommissie op een compensatie van 7% van de pensioengrondslag. Controle-berekeningen volgen waarna de controlerende partij de werkgever laat weten dat de compensatieberekening van Fluor niet controleerbaar is, omdat de gevolgde berekening en methode niet transparant zijn. In een later stadium wordt er wel een akkoord bij de kantonrechter bereikt. Tevens is de kantonrechter van mening dat de werkgever eenzijdig mocht wijzigen.
Eenzijdig wijzigingsbeding
Voor een succesvol beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding is vereist dat de werkgever bij de wijziging een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemer dat door die wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Bij deze belangenafweging wordt het voor het doorvoeren van de wijziging vereiste gewicht van de belangen van de werkgever mede bepaald door het gewicht van de belangen van de werknemer die daartegenover staan (de relatieve belangenafweging).
De werkgever heeft in deze zaak voldoende zwaarwichtig belang omdat:
- de pensioenuitvoerder de uitvoeringsovereenkomst opzegde;
- andere pensioenuitvoerders geen eindloonregeling meer wilden aanbieden; en
- het pensioen en verzekerde risico’s (overlijden en arbeidsongeschiktheid) verzekerd moesten blijven.
Daarnaast heeft de werkgever volgens de kantonrechter voldoende gecommuniceerd en geïnformeerd.
Compensatie niet bindend voor werknemers echter ….
De kantonrechter vindt wel dat eisers terecht aanvoeren dat de compensatie niet bindend is vastgesteld door de Adviescommissie. Het advies (over de compensatie voor de risicoverschuiving) is slechts bindend tussen Fluor en de ondernemingsraad en niet voor de werknemers.
Dat laat echter onverlet dat het advies is uitgebracht door drie deskundigen (door werkgever en OR gekozen) waardoor daaraan wel degelijk gewicht toekomt. Eisers hebben ook niet concreet onderbouwd gesteld waarom het advies onjuist zou zijn.
‘Concreet is voor de berekeningen gekeken naar het verschil tussen: enerzijds (A) het tot het wijzigingsmoment werkelijk opgebouwde pensioen (dat vaststaat en niet wordt gewijzigd) + (B) het pensioen dat de werknemer in de nieuwe pensioenregeling tot zijn pensioendatum gaat opbouwen, en anderzijds (C) het pensioen dat de werknemer in de oude pensioenregeling tot zijn pensioendatum zou hebben opgebouwd. Indien de werknemer in de nieuwe regeling (A+B) minder pensioen opbouwt dan wat verkregen had kunnen worden in de oude regeling (C), dan wordt dat verschil gecompenseerd. Daarnaast worden de werknemers conform het advies van de Adviescommissie gecompenseerd voor de risicoverschuiving waardoor de werknemers meer risico gaan lopen in de nieuwe regeling. De compensatie bedraagt een percentage van de pensioengrondslag waardoor de compensatie meestijgt als de pensioengrondslag stijgt’.
Heeft u zelf een pensioenvraagstuk waarbij mijn hulp als onafhankelijk pensioendeskundige gewenst is? Contact.
Bijgewerkt op 22 oktober 2025.
23 oktober 2025