Korting weduwenpensioen

Een pensioengerechtigde is getrouwd met een 19 jaar jongere vrouw. Tien jaar nadat hij is overleden wordt het partnerpensioen van de vrouw gekort. Er is sprake van indirect onderscheid op basis van geslacht en dat is verboden. De pensioenuitvoerder hoeft het onderscheid echter niet objectief te rechtvaardigen omdat het pensioen volledig is opgebouwd vóór 17 mei 1990 (Barber-arrest). Op grond van de Barber-richtlijn (Richtlijn 96/97 EG) en de implementatie daarvan in de Nederlandse wet geldt de gelijkebehandelingswetgeving op grond van geslacht in zo’n geval niet.  

Groot leeftijdsverschil heeft gevolgen voor het weduwenpensioen

Feiten:

De man was eerder tot 1 maart 1984 in dienst bij de voorganger van de Industriebond FNV. Zij hadden een eigen pensioenfonds en in het FNV-pensioenreglement stond:

 “Indien de mannelijke resp. vrouwelijke deelnemer is gehuwd met een meer dan 10 resp. vier jaar jongere echtgenote resp. echtgenoot, wordt het weduwe- resp. weduwnaarspensioen verminderd met 2 1/2% voor elk vol jaar hetwelk de echtgenote resp. echtgenoot meer dan tien jaar resp vier jaar jonger is dan de deelnemer.”

De reden van de korting: vermoedelijk ter beperking van de solidariteit om het pensioen voor alle deelnemers en werkgevers betaalbaar te houden.

Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) neemt in een later stadium de pensioenen over.

De man overlijdt in mei 2001, PFZW past vervolgens tien jaar later de korting conform het pensioenreglement toe.

Indirect onderscheid op basis van geslacht

De weduwe heeft pensioenuitvoerder PFZW zonder succes verzocht de korting niet toe te passen. Vervolgens heeft zij aan de commissie van beroep van PFZW hetzelfde verzoek gedaan. Ook daar vangt zij bot. De commissie gaat ervan uit dat het Burgerlijk Wetboek (BW) en de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen met betrekking tot de opbouw van pensioenaanspraken voor werknemers terugwerkende kracht hebben tot 17 mei 1990. Het pensioen van de overleden echtgenoot is volledig vóór die tijd opgebouwd. Daarom bestaat voor dit pensioen geen recht op gelijke behandeling.

Hof Arnhem-Leeuwarden

Het hof (ECLI:NL:GHARL:2024:7758) is het met de commissie eens. De commissie heeft bij het nemen van zijn beslissing het gelijkebehandelingskader juist toegepast.

Bijgewerkt op 24 december 2024.