Menu

Waardeoverdracht pensioen

Waardeoverdracht pensioen is het achtste deel van een serie van negen artikelen die samen een kennisbank vormen.

Bij een waardeoverdracht wordt de waarde van het pensioen overgedragen naar de nieuwe pensioenregeling. Er zijn verschillende vormen van waardeoverdracht. Is er sprake van een verplichting of alleen een bevoegdheid, individuele waardeoverdracht (vrijwillige waardeoverdracht) of collectieve pensioenoverdracht, interne of externe waardeoverdracht, nationaal of internationaal en grensoverschrijdend? Dit artikel behandelt de volgende waardeoverdrachten:

Individuele waardeoverdracht pensioen voor- en nadelen

De wettelijke regels waardeoverdracht zijn sinds 2015 versoepeld, een werknemer kan al zijn eerdere pensioenen bij baanwisseling overhevelen naar de nieuwe pensioenregeling. Het reeds opgebouwde pensioen (of pensioenen) neemt de deelnemer hierdoor mee naar de nieuwe werkgever. De pensioenuitvoerders brengen bij een waardeoverdracht pensioen geen kosten in rekening bij de deelnemer.

Wanneer kan een pensioenfonds niet meewerken aan een waardeoverdracht?

  • Als pensioenuitvoerders er financieel gezond voor staan moeten zij aan de waardeoverdracht meewerken. Dat is niet het geval als de dekkingsgraad van een pensioenfonds bijvoorbeeld laag is. Dan is er geen waardeoverdracht mogelijk. Meer daarover is te lezen in het artikel ‘Vrijstellingsregeling verlengd‘. Zodra het invaarproces is afgerond herleeft de plicht voor de pensioenuitvoerder om mee te werken aan de waardeoverdracht.
  • Daarnaast is een waardeoverdracht tijdens het transitieproces niet altijd mogelijk. Er gelden aanvullende voorwaarden tijdens het proces van overgang van pensioenfondsen naar het nieuwe pensioenstelsel.

Schematisch weergegeven voor pensioenfondsen, verzekeraars en premiepensioeninstellingen:

Individuele waardeoverdracht tijdens transitieproces

Stel, er is sprake van een verzoek tot individuele waardeoverdracht van een deelnemer en minimaal één van de betrokken pensioenuitvoerders is een pensioenfonds. Het pensioenfonds wil invaren maar is nog niet klaar met het invaarproces. Op dat moment wordt de waardeoverdracht tijdelijk opgeschort. Zodra het invaarproces is afgerond herleeft de plicht voor de pensioenuitvoerder om mee te werken aan de waardeoverdracht.

Op het moment (november 2024) zijn er pensioenfondsen die geen collectieve waardeoverdracht in behandeling nemen maar wel een individuele waardeoverdracht.

Verstandig?

Of het samenvoegen tot één pensioenpot verstandig is, is van meerdere factoren afhankelijk en betreft altijd maatwerk. Bij waardeoverdracht pensioen moeten de voor- en nadelen worden gewogen.

Waarom zou een deelnemer een individuele waardeoverdracht wensen?

Het is verstandig die vraag eerst te stellen en te beantwoorden. De onderstaande voorbeelden geven een richting. Overigens hoeft een werknemer niet alle pensioenregelingen over te hevelen. Hij kan aan ‘cherry picking’ doen door alleen de meest interessante waardeoverdrachten te laten uitvoeren als hij in de loop der jaren verschillende pensioenen heeft opgebouwd en achtergelaten. Een individuele waardeoverdracht zou pas moeten plaatsvinden nádat er eerst een grondige afweging is gemaakt van de voor- en nadelen.

Voorbeelden waardeoverdracht pensioen voor- en nadelen

Van een uitkeringsovereenkomst (middelloon) naar een premieovereenkomst

Stel, de werknemer heeft een gegarandeerd pensioen opgebouwd. De uitkeringen staan vast, er is sprake van bijvoorbeeld een middelloonregeling of een steeds zeldzamere eindloonregeling. Om de pensioenuitkering te kunnen garanderen heeft de pensioenuitvoerder inmiddels een aanzienlijke waarde gereserveerd. Eenmaal overgeheveld naar een premieovereenkomst, waarbij de pensioenuitvoerder voor rekening en risico van de deelnemer gaat beleggen, kan er waarde verloren gaan. Vooraf is een eventueel verlies moeilijk in te schatten, achteraf des te makkelijker te bepalen. Eerder werden een werkgever én adviseur veroordeeld (ECLI:NL:GHDHA:2016:231) voor het onvoldoende waarschuwen voor de risico’s van de waardeoverdracht.  

Van een middelloonregeling ondergebracht bij een verzekeraar naar een pensioenfonds

Een verzekeraar garandeert. Pensioenfondsen kunnen de pensioenen verlagen. In nood. Als de opgebouwde waarde van een pensioenverzekeraar wordt overgeheveld naar een pensioenfonds en het pensioenfonds op een later moment de pensioenen verlaagd (inclusief de overgehevelde waarde) is dat zuur. Zie ook de uitspraak van Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2018:958). Het voordeel van de waardeoverdracht pensioen kan zijn dat het pensioenfonds het pensioen vaker of voor een hoger percentage indexeert. Belangrijk om deze voor- en nadelen te onderkennen en te wegen.

Andere toeslagafspraken?

Om de koopkracht te behouden en prijsstijgingen te compenseren kan een toeslag in een pensioenregeling een welkome aanvulling zijn. Stel, de oude pensioenregeling kent een onvoorwaardelijk toeslag en deze geldt ook voor gewezen deelnemers (ook wel slapers genoemd). Dan is het vaak verstandig de waarde te laten staan als de nieuwe pensioenregeling slechts een voorwaardelijk toeslag kent.  

Verlies solidariteitsreserve

In het nieuwe pensioenstelsel raken pensioenoverdragers hun deel van de solidariteitsreserve kwijt. Deze solidariteitsreserve is verplicht bij een solidaire premieregeling, een regeling waar de meeste deelnemers en pensioengerechtigden in Nederland onder vallen. Meer over dit verlies kunt u uitgebreid lezen in het artikel ‘Verlies solidariteitsreserve bij waardeoverdracht‘.

Alles bij elkaar centreren (overzicht pensioenopbouw)

Een overzicht van de totale pensioenopbouw kon vroeger worden bereikt door het bij elkaar voegen van de verschillende pensioenpotjes. Later kwam het pensioenregister (www.mijnpensioenoverzicht.nl) en is het bij elkaar voegen door middel van een pensioenoverdracht minder nodig. Het pensioenregister biedt namelijk het benodigde overzicht. Daarnaast kan het spreiden van het risico en kansen over meerdere pensioenregelingen interessant zijn. Een spreiding van de pensioenen zorgt ervoor dat het eerder opgebouwde pensioen premievrij achterblijft bij de oude pensioenuitvoerder en de toekomstige pensioenopbouw in een nieuw pensioenregeling plaatsvindt. Er worden bij spreiding geen pensioenen overgedragen.

De nieuwe uitvoerder biedt duurzame beleggingsfondsen aan

Stel, de oude pensioenuitvoerder heeft maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) minder hoog in het vaandel staan. De nieuwe pensioenuitvoerder wel. Dan kan een pensioenoverdracht interessant zijn. De beslissing moet altijd weloverwogen plaatsvinden nadat alle voor- en nadelen van een pensioenoverdracht zijn bestudeerd.  

Automatische waardeoverdracht klein pensioen

Het kan ook zijn dat de werknemer geen actie onderneemt maar dat de oude pensioenuitvoerder dit voor hem doet. Als de deelnemer niet zelf tot actie overgaat, gaat de oude pensioenuitvoerder bij kleine pensioenen zelf op zoek naar de pensioenuitvoerder waar de deelnemer op dat moment actief pensioen opbouwt. Deze waardeoverdracht kan de deelnemer niet verhinderen, het is een recht van de pensioenuitvoerder.

Kleine pensioenen zijn relatief duur voor de pensioenuitvoerder

Dit automatische recht is er gekomen omdat door de ‘toenemende flexibilisering in arbeidsrelaties’ pensioenuitvoerders relatief veel kleine premievrije pensioenen administreren en beheren. Een pensioen van minder dan € 592,51 (2024) is klein. De uitvoeringskosten van kleine pensioenen zijn relatief hoog voor de pensioenuitvoerder.

Als er geen nieuwe pensioenuitvoerder is, is een waardeoverdracht niet mogelijk. Bijvoorbeeld als een ex-werknemer voor zichzelf is begonnen. Dan blijft het kleine pensioen net zoals eventueel grotere pensioenen premievrij achter bij de pensioenuitvoerder(s).  

Bijbetalingsplicht werkgever

De werkgever loopt bij waardeoverdracht een bijbetalingsrisico. Als de overdrachtswaarde anders wordt berekend dan de toekenning van de pensioenaanspraken in de pensioenregeling van de ontvangende pensioenuitvoerder ontstaat er een verschil. De werkgever loopt bijvoorbeeld een gevaar bij aanspraken op een vastgestelde uitkering bij een premie-uitkeringsovereenkomst die worden overgedragen op basis van het standaardtarief. De werkgever kan worden aangesproken op een eventueel tekort. De bijbetalingsverplichting strekt voor de werkgever tot maximaal € 15.000 of 10% van de overdrachtswaarde mocht dit bedrag hoger liggen.

Waarschuwing: Het komt voor dat pensioenuitvoerders de werkgever een bijbetalingsverzoek zenden met een veel hoger bedrag erop vermeld dan de eerder genoemde maxima. De pensioenuitvoerder vraagt de werkgever of hij bereid is deze aanvullende bijdrage te betalen. De werkgever hoeft hier niet mee akkoord te gaan. In art. 19b lid 3 Besluit Pensioenwet staat dan ook dat bij geen reactie de werkgever niet bereid is aanvullende bijdragen te betalen. Daardoor is de waardeoverdracht niet mogelijk. Als de werkgever wel bereid is aanvullend bij te dragen moet hij dat alleen doen als hij zich ten volle de gevolgen realiseert. Door wel actief akkoord te gaan ontstaat er een aanzienlijke onomkeerbare verplichting voor de werkgever. Een gewaarschuwde werkgever telt voor twee.

Collectieve waardeoverdracht op verzoek

Er is sprake van een ‘collectieve waardeoverdracht op verzoek’ als de waarde collectief wordt overgedragen:

  • naar een andere pensioenuitvoerder als de uitvoeringsovereenkomst met de overdragende pensioenuitvoerder is beëindigd;
  • als gevolg van een overgang van de onderneming;
  • bij collectieve wijziging van de pensioenovereenkomsten; of
  • naar een andere collectiviteitskring bij hetzelfde algemeen pensioenfonds.

Een verzoek tot collectieve waardeoverdracht kan door de werkgever of, bij bedrijfstakpensioenfondsen, de partijen die de pensioenregeling zijn overeengekomen worden gedaan.

Bezwaar wel of niet mogelijk

  • De deelnemer kan de waardeoverdracht van zijn eigen pensioen tegenhouden, niet die van het collectief. Door niet akkoord te gaan, is dus alleen zijn waardeoverdracht niet mogelijk.
  • De deelnemer kan een waardeoverdracht niet voorkomen als er sprake is van een collectieve wijziging van de pensioenregeling waarbij ‘de pensioenaanspraken worden omgezet in pensioenaanspraken die zijn berekend op basis van een hogere pensioenrichtleeftijd’ en er wordt voldaan aan de in art. 83 lid 3 PW opgenomen voorwaarden.
  • Interne collectieve waardeoverdracht na een collectieve wijziging van de pensioenovereenkomsten (invaren). Als er bij een pensioenfonds sprake is van invaren is er geen individueel bezwaar mogelijk. Met invaren wordt de inbreng van bestaande pensioenaanspraken in een premieovereenkomst bedoeld. Het wetsvoorstel introduceert waarborgen om alle belangen evenwichtig te behartigen. Daarnaast zullen de pensioenfondsen die verwachten te zullen invaren minder snel worden gekort.

Soms is het maken van onderscheid mogelijk.

Een collectieve waardeoverdracht kan zich beperken tot een doelgroep. Daarbij moet rekening worden gehouden met de belangen van de verschillende groepen. Een groep ex-werknemers het indexatieperspectief ontnemen door hun pensioenen niet over te hevelen, terwijl de waarde wel wordt overgeheveld voor de groep actieve deelnemers kan moeilijk uitlegbaar zijn. Zeker als met de waardeoverdracht een toeslagendepot wordt ingericht om de groep actieve deelnemers van enig indexatieperspectief te voorzien.

Collectieve waardeoverdracht bij de transitie (invaren)

Invaren is een interne collectieve waardeoverdracht van bestaande pensioenaanspraken (veelal uitkeringsovereenkomsten) naar een premieovereenkomst op basis van het nieuwe pensioenstelsel. Intern, bij invaren worden de oude en nieuwe pensioenen dus bij elkaar gehouden. Invaren speelt bij pensioenfondsen en geldt altijd voor alle (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Er is geen bezwaar of onderscheid op groepsniveau mogelijk.

Sociale partners doen het verzoek en het pensioenfonds toetst of de belangen van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden evenwichtig worden behartigd. De verwachting is op dit moment dat de meeste verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen zullen invaren en dat de premieovereenkomst het karakter krijgt van een solidaire premieregeling.

Collectieve waardeoverdracht bij liquidatie pensioenuitvoerder

Als een pensioenfonds liquideert moeten de pensioenen worden overgedragen naar een andere pensioenuitvoerder. De (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden moeten allemaal mee. Het maken van bezwaar tegen deze collectieve waardeoverdracht is niet mogelijk.

Stel, een pensioenfonds liquideert. De dekkingsgraad ligt inmiddels al jaren onder het vereiste niveau. Als de fondswaarde wordt overgeheveld naar een nieuwe pensioenuitvoerder zal deze daar bijvoorbeeld minder dienstjaren aan toekennen dan eerder door werkgever en werknemers overeengekomen.

De nieuwe pensioenuitvoerder kan niet anders, hij ontvangt immers een te lage koopsom

Als er sprake is van de bovenstaande situatie wordt eerst de pensioenregeling gewijzigd (versoberd) en daarna de waarde overgedragen. Deze tussenstap is noodzakelijk; een collectieve waardeoverdracht bij liquidatie van de pensioenuitvoerder staat namelijk geen verlaging van de pensioenaanspraken en rechten toe. Daarom vindt er eerst een wijziging van de bestaande pensioenovereenkomst plaats. Tegen deze wijziging kunnen de belanghebbenden bezwaar maken, niet tegen de collectieve waardeoverdracht bij liquidatie.  

Waardeoverdracht op pensioendatum

Bij kapitaal- en premieovereenkomsten mag de pensioengerechtigde op pensioendatum ‘shoppen’ tussen de verschillende pensioenuitvoerders. Wie biedt voor het eventueel over te dragen pensioenkapitaal het hoogste pensioen, beste beleggingskansen (als er voor een variabel pensioen wordt gekozen) enzovoort. Ook dan is het belangrijk grondig de voor- en nadelen van een eventuele pensioenoverdracht te bestuderen.

Meer informatie over de keuzes die de werknemer op pensioendatum heeft zijn te lezen in deel 9, ‘Keuzes rond pensioendatum‘.

Wilt u dieper de materie induiken en wilt u pensioenadvies bij pensioenoverdracht? Neem dan contact met Pensioenlogica op.

Bijgewerkt op 26 november 2024.