Menu

Voorwaardelijk pensioen bij ontslag beschermen

Door de introductie van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling (kortweg Wet VPL) werd onder andere de pensioenleeftijd van 60 naar 65 jaar verhoogd. Het opschuiven van de pensioenleeftijd versoberde de arbeidsvoorwaarden. Een  voorwaardelijk pensioen kon uitkomst bieden. Ook wel VPL-aanspraken genoemd. Het is een mooie oplossing zodra het voorwaardelijk  pensioen is gefinancierd. Na financiering zijn de aanspraken onvoorwaardelijk en kan het pensioen niet meer bij ontslag of faillissement komen te vervallen. Zijn er manieren om nog niet gefinancierde VPL-aanspraken bij ontslag te beschermen? Vaak wel. Ze verschillen per sector en pensioenuitvoerder.

Inmiddels (2023) zijn alle voorwaardelijke pensioenen volledig gefinancierd en omgezet in onvoorwaardelijke pensioenen. Controleer deze omzetting altijd eerst voordat er een onomkeerbare beslissing wordt gemaakt!

Beschermen

Het voorwaardelijk pensioen verhoogt de pensioenaanspraken van de reguliere basisregeling. Totdat het voorwaardelijk pensioen is gefinancierd is er sprake van een arbeidsvoorwaarde. Vooral werknemers die reeds vóór 2006 deelnamen in de pensioenregeling van een groot pensioenfonds zien dit voorwaardelijk pensioen terug op hun Uniform Pensioen Overzicht (UPO).

Het voorwaardelijk pensioen kan vervallen bij uitdiensttreding, maar dat hoeft niet. Een werknemer kan het verval van het voorwaardelijk pensioen bij ontslag voorkomen door (sector- en pensioenfondsafhankelijk):

  1. Opnieuw in dienst te treden bij een werkgever die is aangesloten bij hetzelfde pensioenfonds. Als de werknemer van werkgever wisselt maar toch in dezelfde branche werkzaam blijft, zet hij de opbouw van de pensioenregeling bij hetzelfde pensioenfonds voort. Zijn VPL-aanspraken komen dan niet door het ontslag te vervallen.
  2. Pensioen (vervroegd) laten ingaan. Om met pensioen te kunnen gaan, moet de werknemer op ontslagdatum de minimale pensioenleeftijd hebben bereikt. Anders kan de werknemer de periode tot pensioendatum of tot de financieringsdatum van de VPL-aanspraken eventueel overbruggen door vrijwillig zijn deelnemerschap in de pensioenregeling voort te zetten. Dat kan alleen als het vrijwillig voortzetten van het deelnemerschap in het pensioenreglement als mogelijkheid wordt aangeboden. Daarnaast kan het zijn dat ondanks een vrijwillige voortzetting toch de VPL-aanspraken verloren gaan omdat de deelnemer niet meer in de vereiste sector werkt. Tevens moeten de fiscale eisen en consequenties voor een eventuele WW-uitkering worden meegewogen.
  3. Vrijwillige voortzetting. Er zijn fondsen waar het deelnemerschap in de pensioenregeling voldoende is het voorwaardelijk pensioen te behouden, ongeacht een dienstverband in een andere sector. Door deelnemer te blijven, blijft het nabestaandenpensioen en de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid verzekerd. Daarnaast wordt de pensioenopbouw voortgezet. 

Artikel ‘Doe er een schepje pensioen bovenop’

In HR Rendement van april 2018 publiceerde Dirk Jan Plate het artikel ‘Doe er een schepje pensioen bovenop’.

Beschermmogelijkheden uitgediept

Deze publicatie is geschreven door Dirk Jan Plate, onafhankelijk pensioen(recht)adviseur.