Menu

Keuzes rond pensioendatum

Keuzes rond pensioendatum is het negende deel van een serie van negen artikelen die samen een kennisbank vormen.

De aspirant-pensioengerechtigde heeft steeds meer te kiezen. Er zijn steeds meer keuzes rond pensioendatum te maken. In dit artikel worden de meeste keuzes kort toegelicht of is er een link naar een eerdere verdieping opgenomen. De te maken keuzes zijn afhankelijk van ieders wensen en financiële situatie. Maatwerk dus. Gemaakte keuzes zijn niet meer terug te draaien. Tenzij de pensioenuitvoerder een uitzondering toestaat. Afhankelijk van de pensioenovereenkomst zijn de volgende keuzes rond pensioendatum voorhanden:

Pensioenwijzer eerder met pensioen

Pensioen vervroegen

Het pensioen vervroegen is één van de middelen om eerder met pensioen te gaan. Of misschien sluit een gedeeltelijke vervroeging van het pensioen beter aan op de situatie van de werknemer. In de whitepaper ‘Eerder met pensioen’ is een voorbeeld uitgewerkt en worden meerdere alternatieve middelen (generatiepact/vitaliteitspact, RVU-regeling, kleiner gaan wonen enz.) besproken die tot het door de werknemer gewenste doel kunnen leiden.   

Aan het vervroegen van pensioen zijn regels verbonden. Zeker als het pensioen eerder ingaat dan vijf jaar voor het bereiken van de AOW-leeftijd. Meer daarover is te lezen in het artikel ‘Versoepeling regels vroegpensioen’.

Pensioen uitstellen

Het uitstellen van een pensioenuitkering is mogelijk als er nog genoeg andere inkomsten zijn. Bijvoorbeeld ‘inkomsten uit arbeid’ als een werknemer doorwerkt. Hij kan zijn pensioen uitstellen tot uiterlijk vijf jaar na de AOW-leeftijd (art. 18a lid 4 WLB 1964). Door uitstel wordt het pensioen hoger omdat de uitkeringsduur afneemt, maar wie te lang wacht loopt het risico slechts van korte duur van het pensioen te kunnen genieten. Het ouderdomspensioen stopt immers bij overlijden. Aan de andere kant gaat de pensioenuitkering na het overlijden van de pensioengerechtigde over op de partner tenzij …….. lees daarvoor de volgende paragraaf ‘Uitruilen voor een hoger ouderdoms- of partnerpensioen’.

Belangrijk:

Als het pensioen dat wordt uitgesteld oorspronkelijk voor de AOW-leeftijd zou ingaan (prepensioen), geldt de voorwaarde dat uitstel alleen mogelijk is als de werknemer daadwerkelijk blijft doorwerken.

Meer over de gevolgen voor het pensioen is te lezen in het gepubliceerde artikel ‘Gevolgen pensioen bij doorwerken na AOW-leeftijd‘.

Uitruilen voor een hoger ouderdoms- of partnerpensioen   

De werknemer heeft ook de keuze om het partnerpensioen uit te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Interessant voor alleenstaanden en soms ook voor pensioengerechtigden met een partner. Als de achterblijvende partner niet financieel afhankelijk is, kan er bewust voor het uitruilen van het partnerpensioen naar een hoger ouderdomspensioen worden gekozen.

Om vervolgens samen van een hoger pensioen te genieten.

Omgekeerd kan ook:

Als het partnerpensioen te laag is om de partner financieel goed verzorgd achter te laten, kan een gedeelte van het ouderdomspensioen worden geruild voor een extra partnerpensioen. De verlaging van het ouderdomspensioen levert door deze keuze dus een (extra) partnerpensioen op.

Pensioen overdragen naar een andere pensioenuitvoerder

Als de werknemer een premie- of kapitaalovereenkomst heeft dan moet hij het opgebouwde pensioenkapitaal op pensioendatum gebruiken om er een pensioen mee aan te kopen. Dat kan bij dezelfde of bij een andere pensioenuitvoerder. Er geldt vanaf 2024 (naar verwachting) voor 10% van de waarde een uitzondering. Voor 10% van de pensioenwaarde heeft de pensioengerechtigde de keuze met het geld wat anders te doen. Nadat er eerst belasting over is betaald. Dat wel. Meer daarover in het artikel ‘Pensioenbedrag ineens’.

De hoogte van het pensioen is afhankelijk van de hoogte van het pensioenkapitaal, de rente op pensioendatum, de overlevingskansen en de kosten van de pensioenuitvoerder. De werknemer kan ‘rondshoppen’ om te kijken waar hij de beste aanbieding krijgt. De ‘beste aanbieding’ is voor de één de hoogst mogelijke pensioenuitkering, voor de ander hoe duurzaam de pensioenuitvoerder belegt.

Een vast of variabel pensioen?

De pensioengerechtigde kan kiezen voor een vaste of voor een variabele pensioenuitkering. Als de pensioenuitvoerder waar hij het pensioenkapitaal heeft opgebouwd geen variabel pensioen aanbiedt in de pensioenfase (uitkeringsfase) kan dat ook een reden zijn om over te stappen naar een andere pensioenuitvoerder.

Pensioen vastzetten

De werknemer kan ervoor kiezen zijn pensioenuitkering vast te zetten. Een vastgestelde uitkering is een pensioen waarvan het de bedoeling is dat de uitkering stabiel blijft. Hoe stabiel heeft te maken met het type pensioenuitvoerder. De uitkering is bij een verzekeraar stabiel, een pensioenfonds kan het pensioen echter verlagen als de dekkingsgraad beneden de 90% komt. Of verhogen als de dekkingsgraad boven 105% komt. Meer over het korten (het afstempelen) van pensioen is te lezen in het artikel ‘Transitie-ftk’.

Een variabel pensioen

Een variabele uitkering is een pensioen waarbij het kapitaal (deels) voor risico van de pensioengerechtigde wordt belegd, tijdens de uitkeringsfase. De hoogte van het pensioen is bij een variabel pensioen voornamelijk afhankelijk van beleggingsresultaten. Dat brengt kansen en risico’s met zich mee. De kans op een stijging of het risico van een daling van het pensioen. Door vooraf de laagste uitkering te bepalen, de bodem die voor een pensioengerechtigde te dragen blijft als alles tegenzit, kan een variabele uitkering een goede optie zijn.

Variatie in hoogte pensioenuitkering

Bij een hoog-laagvariant is het pensioen tijdens de eerste uitkeringsjaren hoger. Of andersom; bij een laag-hoogvariant is het pensioen tijdens de eerste uitkeringsjaren juist lager. De verhouding is begrensd; de laagste uitkering bedraagt niet minder dan 75% van de hoogste uitkering en de mate van variatie wordt uiterlijk op de ingangsdatum van het pensioen vastgesteld. Als de pensioendatum voor de AOW-datum ligt mag het verschil tussen de laagste en hoogste uitkering tot het bereiken van de AOW-uitkering groter zijn. Om het gemis aan AOW-uitkering te overbruggen. Het bedrag dat gedurende deze periode maximaal buiten beschouwing blijft is gelijk aan een bedrag van tweemaal de AOW-uitkering voor gehuwden.

Het is niet toegestaan de hoog-laagvariant te combineren met een bedrag ineens (zie de volgende paragraaf). Er moet immers wel genoeg pensioen voor de resterende oude dag overblijven. Op deze manier worden de pensioengerechtigden tegen zichzelf beschermd.

In één keer 10% van het totale pensioen ontvangen  

Deze extra keuze wordt vanaf 2024 vermoedelijk mogelijk en is uitvoerig beschreven in het artikel ‘Pensioenbedrag ineens’. Wanneer het ‘bedrag ineens’ het beste tot uitkering kan komen en/of het inderdaad verstandig is voor deze optie te kiezen, is zoals altijd afhankelijk van de persoonlijke situatie en wensen.

Voor het in kaart brengen van de mogelijkheden en het bepalen van de beste keuze is het raadzaam een pensioencheck te doen en contact op te nemen.

Bijgewerkt op 10 januari 2023.