Belastinguitstel stimuleert pensioenopbouw
Belastinguitstel stimuleert pensioenopbouw is het tweede deel van een serie van negen artikelen die samen een kennisbank vormen.
De werknemer betaalt loonbelasting over het loon uit tegenwoordige arbeid. Boter bij de vis, hij geniet nu loon en betaalt daar dan ook direct belasting over. Pensioen geniet de werknemer later. Pensioen is uitgesteld loon; het loon, de belastingafdracht en het genietmoment worden uitgesteld. Dat genieten hoeft niet te letterlijk worden genomen. Levensgebeurtenissen zoals ouderdom, overlijden, arbeidsongeschiktheid overkomen ons en zijn niet allemaal om te genieten. De financiële gevolgen kunnen wel worden opgevangen door een ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen of arbeidsongeschiktheidspensioen.
Omkeerregel
De overheid stimuleert pensioenopbouw. Door middel van de omkeerregeling. De omkeerregel heeft tot gevolg dat er over de premie-inleg geen belasting hoeft te worden betaald, wel over de toekomstige uitkeringen. De belastingheffing wordt uitgesteld. Daarnaast blijft de waarde van het pensioenkapitaal in de tussenliggende periode vrijgesteld van vermogensrendementsheffing. De overheid wil op deze manier pensioenopbouw stimuleren ter bestrijding van armoede op latere leeftijd.
Schematisch ziet het E.E.T. – systeem (Exempt, Exempt, Taxed) er als volgt uit:
- Omkeerregel van toepassing op de belastingheffing en afdracht premie volksverzekeringen. Daardoor volgt er uitstel van belastingheffing (Exempt);
- Het vermogen is vrijgesteld van vermogensrendementsheffing (Exempt); en
- Belastingheffing vanaf het moment van uitkeren (taxed).
Maar het moet wel binnen de perken blijven, het uitstellen van belastingbetaling kent zijn grenzen. Qua bedrag en qua duur.
Pensioengrondslag
Over welke looncomponenten en tot welk bedrag mag er pensioen worden opgebouwd? Vanaf 2015 is het pensioengevend loon gemaximeerd op € 100.000. Door indexatie is deze inmiddels € 137.800 (2024) bij een fulltime dienstverband. Welke looncomponenten er voor pensioen in aanmerking komen is afhankelijk van wat de werkgever en werknemer overeenkomen. Vaak is dat het structurele bruto maandsalaris inclusief vakantiegeld en eventuele eindejaarsuitkering. Echter afwijkingen per individuele arbeidsovereenkomst of cao zijn mogelijk en komen voor. Altijd goed om daar op te letten.
Vervolgens wordt het pensioengevend loon verminderd met een bedrag dat is afgeleid van de toekomstige AOW-uitkering (de zogenoemde AOW-franchise). De minimale AOW-franchise is € 17.545 (2024) als de pensioenopbouw maximaal is.
Pensioengevend loon -/- franchise = pensioengrondslag.
Het verschil tussen het pensioengevend loon en de AOW-franchise is de pensioengrondslag. De maximale pensioengrondslag, het maximale bedrag waarover pensioen kan worden opgebouwd, is dus: € 137.800 – € 17.545 = € 120.255 (2024). De pensioengrondslag is de basis voor de jaarlijkse berekening van de pensioenopbouw (bij een middelloonregeling) of de bepaling van de premie-inleg (bij een premieovereenkomst). Meer over deze regelingen in het vierde deel. Het doel is een adequaat pensioen op te bouwen. Daarvoor zijn ook voldoende dienstjaren nodig.
Pensioendoel, een adequate pensioenregeling
Een adequaat pensioen is een werknemerspensioen dat samen met de AOW-uitkering 75% van het gemiddelde loon bedraagt. Op te bouwen in 40 dienstjaren. Er zijn meerdere pensioenvarianten beschikbaar (deel 4). De uitkeringsovereenkomst, één van de pensioenvarianten, wordt ook vaak een salaris/diensttijdregeling genoemd. Een praktische benaming die helpt de onderstaande berekening beter te volgen en het wel of niet adequaat zijn van de pensioenregeling te bepalen.
Voorbeeld
Stel, de gemiddelde pensioengrondslag is € 30.000. (pensioengevend loon van € 48.000 minus een franchise van € 18.000). Andere rekencomponenten zijn het opbouwpercentage en het aantal dienstjaren. In dit voorbeeld is het opbouwpercentage van de middelloonregeling maximaal, namelijk 1,875%. Het aantal dienstjaren is ook maximaal, 50 jaar als de werknemer vanaf 18 jaar tot 68 jaar continue aan het werk is. De rekensom is dan:
- € 30.000 (pensioengrondslag) x 1,875% (opbouwpercentage) = factor A.
De A factor is de pensioenopbouw gedurende een specifiek jaar. De factor A over alle dienstjaren opgeteld vormt samen het totale pensioen. Als volgt:
- De gemiddelde factor A x 50 dienstjaren = € 28.125.
In dit voorbeeld kan de werknemer € 28.125 aan levenslang ouderdomspensioen opbouwen. Als deze werknemer transformeert naar pensioengerechtigde zal zijn totale inkomen samen met de AOW-uitkering voor een samenwonend persoon afgerond € 40.000 bedragen. De vervangingsratio is € 40.000/€ 48.000 = 83%. Dat is een hoog percentage. Als de pensioengerechtigde alleenstaand is, is het vervangingsratio nog hoger omdat hij dan een hogere AOW-uitkering ontvangt en eventueel een hoger ouderdomspensioen (deel 9). Met andere woorden: deze pensioengerechtigde heeft ongeacht of hij alleenstaand of samenwonend is een meer dan adequaat pensioen.
De werkelijkheid is anders dan een formule
De inkomsten kunnen voor de werknemer overigens nog steeds ontoereikend zijn. Bijvoorbeeld door het aanwezig zijn van consumptieve leningen, een te hoge aflossingsvrije hypotheek, te hoge huurlasten enz. Daarnaast is de geschetste situatie niet meer dan een voorbeeld. In werkelijkheid kunnen de vervangingsratio’s lager liggen als we alleen rekenen met de AOW-uitkering en het werknemerspensioen. Mensen gaan scheiden, soms vindt er gedurende een periode helemaal geen pensioenopbouw plaats, alles wordt duurder terwijl het pensioen gelijk blijft door inflatie enz.
Tevens zijn er werkgevers die geen of geen maximale pensioenregeling aanbieden. Als zij niet gebonden zijn op basis van een cao of de Wet bedrijfstakpensioenfonds 2000 zijn deze werkgevers vrij de regeling naar keuze en kwaliteit zelf in te richten. En dat doen ze dan ook. Hoe een pensioenregeling op basis van de wet, cao of eigen initiatief tot stand komt wordt in het derde deel behandeld, ‘Totstandkoming pensioenregeling‘.
Vragen of wilt u een onafhankelijk pensioenadvies? Neem gerust contact op.
Bijgewerkt op 4 januari 2024.